Gemeenten kunnen optreden tegen verwaarlozen monument
Voor het eerst spreekt een rechtbank zich uit over
de mogelijkheid om op te treden tegen bewust verwaarlozen van een
beschermd monument. Deze uitspraak is vooral voor gemeentes van
belang.
Niet uit het monumentenregister
De Rechtbank Roermond deed
op 21 december 2010 twee uitspraken over het monument Sankt Ludwig
in Vlodrop. In de eerste uitspraak (LJN: BO8481, Rechtbank
Roermond, AWB 10/263) was de staatssecretaris van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap partij. De Rechtbank heeft de
staatssecretaris in het gelijk gesteld voor wat betreft het besluit
om Sankt Ludwig niet uit het monumentenregister te schrappen.
Optreden op grond van Monumentenwet 1988
De tweede uitspraak (LJN: BO8494,
Rechtbank Roermond, AWB 10/812) is echter voor gemeentes
interessant, omdat een rechtbank zich hierin voor het eerst
uitspreekt over de mogelijkheid om op grond van de
Monumentenwet 1988 op te treden tegen het bewust
verwaarlozen van een beschermd monument.
Deze uitspraak is gedaan op het beroep dat de eigenaar van Sankt Ludwig had ingesteld naar aanleiding van de door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roerdalen opgelegde last onder dwangsom. Deze houdt in dat het rijksmonument Sankt Ludwig moet worden hersteld in de toestand zoals die was vóór de illegale sloop van de voorbouw op 12 september 2001. Bovendien moeten passende voorzieningen worden getroffen, ook aan overige delen van Sankt Ludwig, om te voorkomen dat schade aan het rijksmonument ontstaat als gevolg van weersinvloeden. Gedacht moet worden aan het herstellen van diverse lekkages aan daken, defecte ramen en goten en afvoeren.
De eigenaar stelde dat het opleggen van een last onder dwangsom voor het herstellen van de gebreken veel verder gaat dan op grond van artikel 11 van de Monumentenwet 1988 mogelijk is. In deze wet is immers geen onderhoudsverplichting opgenomen.
De Rechtbank oordeelt dat artikel 11, tweede lid,
onder b, van de Monumentenwet 1988 wel degelijk voldoende basis
biedt om handhavend op te treden tegen het passief verwaarlozen van
een monument. De Rechtbank baseert dit op een passage in de Memorie
van Antwoord bij de Monumentenwet 1988, waaruit blijkt dat dit ook
de bedoeling van de wetgever is geweest.
Toelichting
Deze uitspraak van de Rechtbank is vooral
van belang voor gemeentes omdat zij belast zijn met handhaving van
gebouwde monumenten en voor hen onduidelijk was of zij op grond van
de Monumentenwet 1988 konden optreden tegen bewuste verwaarlozing.
Ook nu het artikel uit de Monumentenwet 1988 waar het hier om gaat
inmiddels is opgenomen in de Wet algemene bepalingen
omgevingsrecht (artikel 2.1) blijft deze uitspraak van
belang.
Kanttekening is dat de eigenaar van Sankt Ludwig tegen de hier besproken uitspraak hoger beroep heeft aangetekend. Het is dus niet zeker of de Raad van State het uiteindelijk eens zal zijn met het oordeel van de Rechtbank.
Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
(
http://www.cultureelerfgoed.nl/actueel/nieuws/gemeentes-kunnen-optreden-tegen-verwaarlozen-monument)